De Gelderse Toren is sinds 1970 een rijksmonument en is sinds 2001 onderdeel van de historische buitenplaats 'De Geldersche Toren' waar onder meer ook een koetshuis, de orangerie, enkele dienstwoningen, de inlaatsluizen en de parkaanleg onder vallen. De oudste vermelding van de toren, destijds den toirn to Spanckereren geheten, dateert uit 1535.

De toren is door twee toegangswegen verbonden met de provinciale weg N348. De lange, rechte oprijlaan is bijna een kilometer lang en aan beide kanten staan oude eikenbomen. De laan is gericht op de toren van de Spankerense kerk.
Over de oorsprong van de toren wordt verschillend gedacht. Er wordt verteld dat de Romeinen hier al een wachttoren hadden, zodat ze de schepen over de naastgelegen IJssel konden controleren. Over dit verhaal is niets terug te vinden in de geschiedenis. Op een bordje bij de ingang van de oprijlaan staat wel geschreven: De Gelderse Toren, oorspronkelijk 12e -eeuwse wachttoren van de Graven van Zutphen, later van Gelre.

Karel van Gelre bouwde de zware, ronde verdedigingstoren in 1535 aan de IJssel. In de vroege achttiende eeuw kwam de Geldersche Toren in bezit van de families van Broeckhuijsen en van Rhemen.  Familie van Rhemen liet het landgoed in 1718 in kaart  brengen. In Spankeren zijn 2 straten naar deze families vernoemd.  Op de volgende pagina staat een weergave van alle eigenaren.